Sian Ka'an
De oude Maya’s noemden dit gebied “waar de hemel wordt geboren”. Het waterrijke natuurgebied Sian Ka’an op het schiereiland Yucatan is voor velen letterlijk de hemel op aarde, weg van de toeristische drukte van de Rivièra Maya en nauwelijks beschreven in de reisgidsen. Het is een ontoegankelijk klein paradijs dat af en toen wordt opgeschud door een flinke orkaan. In 2005 sloeg Wilma er meters duin weg van de al zo smalle strook land tussen de Caribische zee en de mangrovelagune in het achterland. De cabins van het Centro Ecologico Sian Ka’an verplaatsen zich met de duinen mee. Als wij er logeren is de atmosfeer gelukkig erg rustig en horen we alleen het ruizen van de palmen en de zee.
Zinderende grootstedelijkheid
De ruim 21 miljoen inwoners en de drukke straten van Mexico Stad overweldigen ons. De zintuigen zijn vanaf het eerste moment hevig geprikkeld en maken overuren om alles een plek te geven.De geur is er vaak bedompt en soms verstikkend. De smog legt een dikke waas over de stad. Slechts de hoogste vulkanen die de stad als dreigende wachttorens omsingelen torenen er boven uit. De geluiden worden hoofdzakelijk gemaakt door het verkeer. Schallende toeters van roekeloos rijdende taxi’s (vaak Volkwagen Kevers!) die zich vervaarlijk zigzaggend een weg banen door de verstokte wirwar van straten en boulevards. De kleuren zijn er in eindeloze hoeveelheden tinten grijs: de som van de ongebreidelde rommeligheid van alle gebouwen en het asfalt.
Wij logeren bij de Nederlandse Edwin en zijn Mexicaanse vrouw Silvia die ons een authentiek beeld meegeven van deze enorme metropool en ons plekken laten zien die ons zowel verbazen als ontroeren. Dankzij hun gastvrijheid en kennis van de stad moeten we onze eerste indrukken al snel bijstellen: Mexico Stad is bij nader inzien eigenlijk verrassend aantrekkelijk en fascinerend. Een voorbeeld is het stadsdeel Coyoacan, een levendig ‘dorp in de stad’ waar men danst en feest op het centrale pleintje terwijl oude vrouwtjes plechtig bidden in de naastgelegen kerk. Wij nemen plaats op een terras met uitzicht op de levendige drukte. We eten taco’s, drinken tequila en genieten van het kleurrijke schouwspel om ons heen.
Terug in de schoolbanken
“Roma no se construyó en un día! Paciencia chicos!”, antwoordt juf Socorro met één van haar oneliners als we na een dag school vragen hoe we de Spaanse taal zo snel mogelijk onder de knie krijgen. Socorro is erg geduldig als we op onze eerste dag stuntelend een soort ‘nijntje-gaat-naar-school-gesprek’ voeren. Vandaag heeft deze vrolijke en bejaarde dame echter haast. Na de les moet ze met gezwinde spoed naar de begraafplaats voor een uitgebreide lunch op het graf van haar overleden ouders. Het is de Dag van de Doden (Dia de los Muertos) en dit wordt in heel Mexico groots gevierd met tamales, tequila en mariachi-muziek op de begraafplaatsen. Als we in de klas praten over dit feest moeten we er toch nog een beetje aan wennen.
We leren twee weken Spaans in het door UNESCO beschermde koloniale kunstenaarsdorp San Miguel de Allende, gelegen op een hoogvlakte drie busuren ten noorden van Mexico-Stad. Het is een fijne plek: veilig, gemoedelijk en er heerst een aangenaam en zonovergoten klimaat.
Hoewel twee weken fulltime les bij nader inzien erg kort is, doet de school Habla Hispana er alles aan om ons de taal eigen te maken. De ochtenden hebben we grammatica en anderhalf uur conversatie. In de middagen is er een gevarieerd programma met cultuurwandelen, koken en zelfs muziek. Alles ‘en espagnol’ natuurlijk. Het zal echter nog best wat geduld vergen voordat we de taal geheel straatvaardig zijn.
Leeg Loreto
Loreto heeft pech. Of beter gezegd: Mexico heeft pech. De Mexicaanse griep, een toename aan drugsgerelateerd geweld en de economische crisis waardoor de consumerende Amerikanen wegblijven. Inmiddels is de griep overgewaaid en spelen de geweldadige taferelen zich af in grensprovincies ver hier vandaan. Maar het is op het eerste gezicht leeg in de vriendelijke straten van Loreto, mooi gelegen aan de diepblauwe Zee van Cortez op het schiereiland Baja California. De mensen blijven weg. Vliegtuigmaatschappijen houden hun vluchten geschrapt.
Het heeft vorige week geregend en de woestijn staat in bloei. De bergketen Sierra de la Giganta heeft een groene zweem over zich en de dalen zijn gevuld met metershoge bloeiende cactussen waar groepen gieren zweven op de thermiek zoekend naar hun buit. In de straten worden we omringd door honderden gele citroenvlinders en zoemen kolibries rakelings aan ons voorbij. ’s-Avonds wordt er op het plein muziek gemaakt en vallen we met onze neus in een vrolijk dorpsfeest!
In de Zee van Cortez stikt het van het onderwaterleven als we met zeeleeuwen duiken in het Loreto National Marine Park en wordt de boot een keer omringd door wel honderd dol-enthousiaste dolfijnen. Exotische Fregatvogels en Blauwvoet Jan van Genten scheren over het water. En er wordt zoveel vis gevangen dat we meermalen verse tonijn krijgen voor ’s-avonds op de BBQ.
Loreto is niet leeg. Het is vol van leven!
Het lelijke eendje
Als je in Canada of de Verenigde Staten een camper huurt wordt je vaak ongewild opgescheept met een extreem lange en brede bus, die bijna de proporties heeft van een vrachtwagen. Bijna 10 meter lang, 2 meter breed en voorzien van alle denkbare luxe. En een verbruik van minstens 1 op 3!
Terwijl wij ons eigen bescheiden Chevy Van op een parkeerterrein ergens buiten Vancouver klaar maken voor de verkoop, zien we hoe Europeanen zeer onwennig hun zojuist opgehaalde RV (Recreational Vehicle) verkennen. Je ziet het de mannen afvragen als ze voorzichtig inparkeren terwijl hun vrouwen hevig gebarend aanwijzingen geven: “volstaat het ‘gewone’ rijbewijs eigenlijk wel?”
Als je denkt dat de huurmarkt buitenproportionele campervans levert kom je er bedrogen uit. Veel gepensioneerde Amerikanen rijden rond in nog grotere RVs, die vaak bijna niet te onderscheiden zijn van een touringcar. Tot onze schrik dragen veel van deze logge en decadente camperbussen het embleem ‘Dutch Star’. Op de markt met nieuwprijzen vanaf 300 duizend dollar! Maar daar blijft het niet bij. We zien vele soorten en maten RV’s: van amfibie- tot paardencamper, en van een oude hippie Greyhound tot de Chihuahua Express (1 man en 10 honden!).
In Europa zou onze klassieke Chevy Van door sommigen als groot en pompeus worden aangemerkt, hier valt onze trots totaal in het niets bij zijn grote broers en zijn we meermalen als ‘tent’ letterlijk in de hoek geplaatst; “we don’t consider that a RV, that’s a tent!” In een RV-park in Alaska dat overspoelt was door ‘Dutch Stars’ voelden we ons het lelijke misplaatste eendje dat door de bejaarde Amerikanen afkeurend werd weggekeken.
Inmiddels hebben wij met een brok in de keel afscheid genomen van onze Chevy Van. Voor een goede prijs verkocht aan een Frans stel dat er de winter mee wil trotseren! Na een vier maanden durend nomadisch avontuur zijn we weer dakloos en moeten we de bagage op onze rug dragen. Afgelopen woensdag zijn we begonnen aan een nieuw hoofdstuk: met de rugzak door Latijns-Amerika!
Wachten op de volgende klap
In mei 1980 barstte de vulkaan Mount St. Helens zijwaarts uit haar voegen. De kracht van deze explosie was 500 keer zwaarder dan de atoombom op Hiroshima. De gebeurtenissen op die ene dag in mei lieten een grijs, desolaat en verwoest landschap achter.
Dertig jaar later staan wij aan de voet van deze berg. We zijn op de terugweg naar Canada en nemen een route langs de vulkanen van de Cascade Range, waaronder St. Helens in de staat Washington. De duizenden gevelde boomstammen liggen nog steeds als luciferhoutjes keurig gerangschikt in de richting van de explosie. Toch is het landschap veranderd van grijs naar groen en is het continu in beweging. Er zijn nieuwe meren ontstaan en er leven nu planten en dieren die er voorheen niet waren. In 2004 en 2005 lag een nieuwe eruptie op de loer, maar momenteel is het weer stil. Ondertussen is het wachten op de volgende klap, ergens langs de Ring of Fire.
First Come, First Served
In een supermarkt in Alaska zien we in een reismagazine een plaatje van Gold Bluffs Beach in Noord-Californië. Het plaatje is ons bijgebleven en twee maanden later rijden we via een onverharde en bochtige weg naar zee, dwars door het Redwood National Park op zoek naar deze gouden kliffen.
De camping telt 26 plekken gelegen aan een loepje in de duinen, ingeklemd door een breed strand aan de ene kant en 30 meter hoge zandstenen kliffen aan de andere kant. Voor alle plekken geldt: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. De 10 meest gewilde plekken liggen direct aan de Pacific, allen met een eigen stukje privé-strand. Als we de camping nietsvermoedend oprijden glipt de laatste ‘zeesite’ ons net door de vingers en moeten we genoegen nemen met plekje op de 2e rang. De andere ochtend zijn we er vroeg bij en zodra er een plekje vrijkomt promoveren we naar de 1e rang waar we ons kamp uitgebreid opzetten en genieten van ‘ons’ strand.
Dat er behoorlijk geloerd en geaasd wordt op de 10 zeesites is ons al snel duidelijk. Een dame staat al om acht uur ‘s-ochtends enige tijd onrustig te draaikonten rond onze Chevyna onze vertrekdatum te hebben ontcijferd van het plakkertje op de voorruit. “Gaan jullie vandaag weg?”, vraagt ze hoopvol. We antwoorden dat we in ieder geval vandaag nog blijven. Haar droom spat uiteen. “En morgen? Overmorgen dan? Na het weekend, vertrekken jullie dan?”. “Misschien blijven we wel 3 weken!!”, grappen we, waarna ze teneergeslagen afdruipt. Ze is niet de enige die van ons afwillen. Zenuwachtig lopen en rijden nieuwkomers over de camping en wordt er bij menigeen geïnformeerd over de vertrekplannen van de bewoners van de 1e rang. We zien een man sluw een plek veroveren als hij bruut zijn partytent in de duinen dumpt terwijl de vertrekkende mensen nog aan het opruimen zijn. Het is bijna agressief kamperen met dit ordinair soort landjepik!
Wij laten ons niet wegjagen en zijn voor een volle week even heerlijk honkvast op deze waanzinnige strandlocatie. We genieten van de rust, de zon, de zee en al het leven om ons heen: De pelikanen die als dieptebommen in zee duiken, de altijd wat nieuwsgierige zeehonden in de branding en de herten met grote geweien die onverwachts uit de ochtendmist opdoemen. Gold Bluffs in het rustige noorden van Californië, een plek om alleen maar over te fluisteren hoe mooi het is.
Nieuw licht in Newport
Half augustus brengt een 3 daagse ferrytocht ons van Alaska naar de ‘Lower 48s’. Vanaf Seattle volgen we gedurende 1600km de kustlijn tot in Californië, trouw aan de Pacific langs ‘Highway 101’. Ergens halverwege belanden we in Newport, Oregon. Op het eerste oog een weinig aanlokkelijk en schreeuwerig lintdorp met fastfoodketens en autohandelaren. Vermoedelijk wel de ideale plek voor ons recente autoprobleem: de interne verlichting heeft het begeven. En dus moeten we het tijdens de avonden en nachten met kaarslicht en zaklampjes doen. Misschien iets met de accu? We halen alles overhoop, maar komen er zelf niet uit. Dus naar de autoshops in Newport, waar we na wat omzwervingen belanden bij AllStar Electronics. Een man met gouden tanden en een goudkleurige paardenstaart luistert aandachtig naar ons probleem. “Kom over een uurtje maar terug”, aldus de paardenstaart. Na een uur is het nog niet klaar. Na twee uur ook niet en na drie uur worden we weer weggestuurd.
En dus hebben we onverwachts de kans om een plek te ontdekken die we anders argeloos en verblind door een slechte eerste indruk links hadden laten liggen. Twee blokken van de weelderige lintbebouwing met fastfoods en autohandelaren staan we plots tussen mooie en sfeervolle Victoriaanse strandhuisjes. De straten zijn gehuld in gordijnen van mist, hier en daar onderbroken door flarden aarzelend zonlicht. We lunchen in een excentriek Italiaanse café (tevens B&B, tevens tweedehands boekenwinkel, tevens natuurkaarsenhandel) waar we een broodje nuttigen dat rijkelijk gevuld is met buffelmozarella en zelfgemaakte gehaktballen ('o sole mio' kraakt door de luidsprekers). Terwijl onze spijsvertering welig opboert en oprispt, staan we even later oog in oog met een honderdtal zeeleeuwen die liggen te zonnen in de haven. Brullende, boerende en kwijlende wezens, die vechten om een plekje op de steiger.
In de loop van de middag is de klus aan onze bus eindelijk geklaard en doet de verlichting het weer. De oorzaak: een doorgebrande zekering (dus toch). Kosten: 41 dollar (lees: 1 dollar voor de zekering en 40 dollar arbeidsloon). Opbrengsten: een totaal ongeplande kennismaking met een stadje dat aanvankelijk het stoppen niet waard leek!